highlike

BART HESS

SILVER
NANINE LINNING

bart hess SIlVER

source:naninelinningnl
Nothing has changed as radically in the last few decades as the technology we surround ourselves with on a daily basis. Modern means of communication let the world shrink to a pocket size Global Village. Medical technology promises life beyond its natural limits. Robotics, cybernetics and developments in the field of artificial intelligence put the equally fascinating as disquieting idea of artificial life within our grasp. Nanine Linning’s new production SILVER addresses the intimate – and increasingly intrusive – relationship between the human and the technological, showing the beauty of its aesthetics, but also questioning its promise of ever increasing progress and self-improvement.

Together with her company of 12 dancers, Linning maps out a dystopian world where the boundaries between men and machine become blurry. Mechanically moving dancers populate the stage, as are dancing machines and strange hybrid creatures that defy categorization. The performance is organized as a stylized succession of evolutionary experiments conjuring up the idea of a transhumanist frenzy that asserts the mastery of man over nature. Her signature style – abstract yet always accessible – Linning combines for SILVER with influences from the world of ‘popping’, creating a distinctive movement language between visual exuberance and mechanical abstraction.

As before for SYNTHETIC TWIN, ZERO and ENDLESS, Linning again teams up with a designer of international stature for stage design and costumes – this time extraordinary artist Bart Hess. Hess’ work encompasses installations and video art, performance pieces and futuristic explorations into the tactility of fashion and textile design. His list of collaborators includes prominent figures such as fashion designer Iris van Herpen, shock rocker Marilyn Manson and pop icon Lady Gaga.

In the futuristic stage space of Hess, SILVER becomes a multisensory experience, making the audience waver between breathless fascination and mild horror. This choreographic investigation into the possible near future is accentuated by new music from Dutch composer – and longtime collaborator – Michiel Jansen.

The press about SILVER in Germany in 2015:

Linning’s vision of what will happen when »humanoids develop the faculty of self-improvement«, looks »sensational« according to Süddeutsche Zeitung. Darmstädter Echo praised the »athletically powerful«, »highly virtuosic« and »furiously danced group scenes«. Her »experimental setup« about the question of humanities future in a technologized world is according to Stuttgarter Nachrichten »astonishingly relevant«. Dance journal tanz considers SILVER a dance production that »is likely to stay with you for a while.«
.
.
.
.
.
.
.
source:brabantcultureelnl
Nanine Linning is met Dance Company verbonden aan het Theater in Heidelberg. Daar werkt ze haar dansen uit en vinden de premières plaats. “Bijzonder aan de samenwerking met Nanine Linning is dat er in het begin nog niet veel vaststaat”, vertelt Bart Hess (1984). “Het Theater in Heidelberg beschikt over een groot atelier waar geëxperimenteerd kan worden met materialen voor de kostuums.”

De voorstelling Silver gaat over de verwevenheid tussen mens en technologie, beter gezegd tussen mens en machine. Een groep dansers beweegt zich als robots op het podium. Een andere groep vertolkt de rol van vreemde wezens. Door het excentrieke materiaalgebruik van Bart Hess passen de kostuums perfect in deze futuristische setting. “De ontwikkeling van de dans en de ontwikkeling van de kostuums waren onlosmakelijk met elkaar verbonden. Beweging en dans ontstaat bij Linning naar aanleiding van de kostuums, naar aanleiding van de materialen.”

Voor de robotachtige dansers ontwikkelde Hess kostuums van stroken reflectiemateriaal. Voor de kostuums van de vreemde wezens gebruikte hij roze latex, hetzelfde materiaal waarvan hij gordijnen maakte voor een hemelbed in zijn studio. Latex is een onconventioneel materiaal en niet geschikt voor de naaimachine. Dat betekende dat alle latexkostuums met de hand moesten worden gemaakt. Als derde ‘kostuum’ gebeurt er weer iets op het podium met slijm. “Omdat ik niet bij elk optreden kan zijn, heb ik een middag slijmles gegeven. Het ontwikkelen van de kostuums en hoe je het vanuit de zaal ziet, is een boeiend proces. Het leuke van de dans is dat de choreografie niet helemaal vastligt. Zo zal geen voorstelling hetzelfde zijn.”

Schilderszoon
Bart Hess groeide op in Geldrop, als zoon van de schilder Henri Hess. Hij volgde zijn opleiding aan de Design Academy in Eindhoven, waar hij in 2007 afstudeerde in de richting Man and Identity. In 2011 maakte hij de beroemde slijmjurk voor Lady Gaga. Hij werkte in die tijd samen met modeontwerpers als Iris van Herpen en Walter van Beirendonck. Op de vraag hoe het zo is gelopen, vertelt hij dat hij na zijn afstuderen – “in een tijd dat facebook nog niet bestond” – een blog begonnen was, samen met Lucy McRae die destijds voor Philips Design werkte. Iedere week maakten ze samen een beeld, waarbij Bart of Lucy als model voor de camera verscheen met ‘kleding’ van onconventionele materialen. Daarvoor gebruikten ze materialen die je in het dagelijks leven tegenkomt. Zo maakten ze bijvoorbeeld een bontjas van zeepsop van gewoon afwasmiddel.

De blog werd erg populair. Op een gegeven moment in 2010 werden ze benaderd door de Amerikaanse Vogue om zoiets te gaan doen met fotograaf Nick Knight. Die publicatie in Vogue werd opgepikt door popster Lady Gaga die hen in 2011 benaderde voor het maken van een fotosessie voor een nieuw album. Voor haar is de ‘slijmjurk’ ontwikkeld. In zijn studio, toen nog aan de Kanaaldijk, sloeg Hess aan het experimenteren met slijm. Hij verstevigde het met meel – “het moest voor de fotosessie wel even kunnen blijven liggen op het lichaam” – en voegde kleurstoffen toen. “Met vijftien kilo slijmmengsel ben ik in het vliegtuig gestapt naar New York.”

Hij verhuisde in 2012 naar Londen, verbleef vervolgens een jaar lang op verschillende locaties in het buitenland en hopte van het ene project naar het andere, om in 2016 terug te keren naar Eindhoven. Waarom? Hier heeft hij zijn contacten en kon hij een studio betrekken op de Stratumsedijk. Sinds het voorjaar zit hij in zijn huidige locatie op het voormalige NRE-terrein. “De combinatie van verschillende ateliers op dit terrein werkt inspirerend. Aan de ene kant van mijn studio is een keramiekwerkplaats, aan de andere kant komt binnenkort Grafisch Atelier Daglicht.”

Alleen
Hoewel je zou verwachten dat Hess werkt met een groot team van medewerkers, werkt hij meestal alleen, met steun van twee stagiaires. Die komen van de Design Academy of uit het buitenland. Wel heeft hij in Eindhoven een vrijwilligersnetwerk opgezet waar hij een beroep op kan doen als er ineens veel werk in uitvoering is.

Hess is gefascineerd door processen, het uitproberen van wat materialen zoals latex en siliconen met de menselijke huid doen. Hoewel het er hightech uitziet, gaat het om bestaande materialen (naast het genoemde zeepsop en scheerschuim bijvoorbeeld ook naalden, spijkers, gras en tandenstokers) en is het werken heel ambachtelijk. Voor bestaande materialen bedenkt hij nieuwe toepassingen. Daarmee begeeft hij zich op het snijvlak van beeldende kunst, (mode)vormgeving en performance. Video’s van de projecten maken wezenlijk deel uit van zijn werk. Ze zijn méér dan een registratie van een project. Ze worden dan ook als autonoom kunstwerk gepresenteerd. Een aantal video’s verscheen op de website van Nowness (a global video channel screening the best in culture). Het is eervol om daarvoor te worden geselecteerd.

Tactiel
Totdat Nanine Linning hem benaderde, had hij alleen gewerkt met materialen die slechts tijdelijk het lichaam bedekken en die niet echt draagbaar zijn. Het ontwerpen van danskostuums vereist een andere aanpak. Nu moest hij gaan werken met meer duurzame materialen, maar met behoud van de magie die de tijdelijke materialen oproepen en waarbij de tactiliteit (hoe de stof aanvoelt) die zo kenmerkend voor zijn werk is, een belangrijke rol bleef spelen. De kostuums zijn ontwikkeld en uitgevoerd in samenwerking met de kostuumafdeling van Theater Heidelberg.

Tijdens de Dutch Design Week had Hess zijn studio op het NRE-terrein opengesteld voor publiek. Een stagiaire was toen bezig met het naaien van op mosselschelpen lijkende pailletten op een ondergrond voor kostuums van Khôra, alweer een nieuwe dans van Nanine Linning. Die voorstelling komt in 2017 naar Nederland. Dit is dus zijn tweede project samen met Linning.

Op uitnodiging van het TextielLab in Tilburg is hij vorig jaar gaan experimenteren met nieuwe toepassingen van passementen (koorden). Dit resulteerde in een nieuwe richting in zijn werk. Tot nu toe had hij zich vooral gericht op het maken van filmpjes. Door zijn experimenten in het TextielLab ging hij zich verdiepen in elektronica en computerprogramma’s.

Met behulp van legoblokjes bouwde hij elektronica die hij verborg in het vlechtwerk van koorden of in een huid van gerimpelde roze silicone. De resultaten zijn nu te zien in de expositie Rafelranden van Schoonheid in het TextielMuseum in Tilburg. Voorwerpen die op huid of spierweefsel lijken beginnen te kronkelen zodra er bezoekers naderen. Zij reageren op warmte en beweging en roepen allerlei associaties op. Hess creëert hier bewust een spanningsveld tussen aantrekking en afstoting en ook hier zijn tactiliteit en magie weer de sleutelwoorden.