SIGRID NEUWINGER
Invasion 153 Elemente
source: tetemnl
Doet de kunstenaar nog uitspraken over de wereld waarin we leven? Wat houdt hem bezig en hoe vertaalt hij dit in abstracte kunst? Line-Art noemt samensteller Marlies Lebesque de kunstwerken. Voor de expositie omringt zij zich met kunstenaars die strakke lijnen, minimalistische transparantie, sobere omramingen in hun werk gebruiken. De start van deze rondreizende tentoonstelling vond plaats in Den Bosch in april-mei 2011. De tweede show was te zien in de ruimte van Galerie Kokon in Tilburg.
De expositie herbergt abstracte kunst met een eigen duidelijke beeldtaal. Zo’n zestigtal werken die een grote sereniteit uitstralen en de vorm tot de essentie terugbrengen zijn bijeen gebracht. Lijnen die gestapeld worden, elkaar kruisen of juist keurig netjes naast elkaar liggen, bruusk rondcirkelen of in hun koele rechtlijnigheid volharden. De verscheidenheid aan expressie en diversiteit in materialen zorgen voor dynamiek. Toch ademt de expositie ook rust uit door de veelzeggende eenvoud en de uitgebalanceerde opstelling.
De Tilburgse kunstenaar Paul van Rijswijk is gefascineerd door de simpele kracht van dagelijkse materialen die hij omtovert tot beeldschone wandobjecten. De Londense Pip Culbert maakt furore met werken waarin ze textiel systematisch ontleedt waardoor er alleen zomen en naden overblijven. Zo blijft een strip over van strijkplankhoezen, een lijnenspel van zakken nodigt uit tot vergelijking. De Duitse kunstenaar Sigrid Neuwinger toont assemblages. Ze spiest tere objecten aan stoere ijzeren draden die stilletjes bewegen na lichte aanraking. Dorien Melis weet meer mystiek met haar schilderingen op te roepen. Geheimzinnige partituren vol runentekens en zoekende lijnen die de eeuwigheid bezingen. Marlies Lebesque keert terug naar textiel-vormgeving, met haar vilten sculpturen en draadtekeningen. Tekeningen die los van de muur hun schaduw werpen en de leegte bezingen. Veel van deze exposanten zijn meesters in de kunst van het weglaten.
De lijn blijkt een steeds terugkerend element in de werken van deze kunstenaars. We zien stugge en soepele lijnen, strakke en gerafelde randen, dunne en dikke, harde en zachte lijnen, die een spel van herhaling en patronen worden. Met diverse middelen nemen de kunstenaars ons mee in een ritmische herhaling, van staccato tot rondo. Door Dorien Melis worden we bijvoorbeeld ingewijd in haar liefdevolle beschrijvingen en tere aftasting van het landschap. Ze neemt ons mee langs glooiingen, ritmische glissandos en contrapunten. Ik gebruik hier bewust muziekterminologie. In navolging van Ludwig Wittgenstein zeg ik; “veel mensen spreken over muziek alsof die gevoelens uitdrukt. Het is beter te stellen dat muziek zichzelf betekent”. Muziek en Beeldende Kunst drukken zichzelf uit en maken ons vrolijk, droevig, somber, geïrriteerd, of onthutst. De emoties die wij ondergaan bij deze ontmoeting met bijvoorbeeld het werk van Pip Culbert, zijn confronterend, met een grimlach. In verwondering over de basale constructies van Paul van Rijswijk wordt de beschouwer om de vormen heen geleid, voelt verbazing door de eenvoud en daadkracht. Dorien Melis mystieke en lyrische beschrijvingen van de sterrenhemel, brengen rust en stilte, nodigen uit tot contemplatie. Marlies Lebesque vereeuwigt notities over ‘de leegte’. De leegte wordt beschreven in zoekende lijnen, die verontrusten door hun chaotische voortschrijdende bewegingen. Oneindige onrust. De stapelingen van zachte vilten rolletjes en harde stekelige stokjes zijn daarentegen speels en robuust tegelijkertijd. Sigrid Neuwinger toont assemblages waarin de voorwerpen in sierlijke draaiingen zijn vastgelegd. Bij een lichte aanraking dansen de objecten. Een choreografie van dagelijkse voorwerpen, in beweging in hun eigen surrealistische wereld. ‘Line-Art’ levert een verfrissende expositie op waarin de dood gewaande abstracte kunst nieuw leven wordt gegund.